Mr. Peter J.L.J. Duijsens – advocaat

Peter website

Op 1 november 1977 is mr. P.J.L.J. Duijsens (Peter) als stagiaire gestart in de advocatuur bij Barents & Krans te Den Haag. Op 1 januari 1983 is hij toegetreden tot de maatschap. Vanaf het begin heeft Duijsens een zeer uitgebreide klantenkring, uiteenlopend van zorginstellingen, overheden, coöperaties, projectontwikkelaars, rechtsbijstandassuradeuren, verzekeringsmaatschappijen, midden- en kleinbedrijf en ook particulieren en is hij vast adviseur van de KAVB. Zijn praktijk bestaat inmiddels uit 50% advies- en 50% procedurewerk.In zijn periode bij Barents & Krans heeft hij de kans gekregen een algemene praktijk te voeren, waarbij wel een concentratie van soort zaken plaatsvond. Langdurige ervaring als generalist met specifieke deskundigheid op tal van rechtsgebieden.

Bij Duijsens bestaat de overtuiging dat de advocatuur in een groot verband niet in het belang van de klanten is en enkel leidt tot onnodig hoge tarieven.

Met een aantal medewerkers is hij in 2000 bij het toenmalige kantoor vertrokken om zelfstandig kantoor te gaan houden.

Al vanaf het begin van zijn carrière heeft Duijsens een grote betrokkenheid bij het Westland (hij is gemeenteraadslid van de Gemeente Westland en lid van vele Westlandse verenigingen. Het Westland vormt een belangrijk deel van zijn praktijk en relaties.) Zonder die los te laten was zijn praktijk echter al uitgebouwd tot een nationale praktijk. Reden om toch in Den Haag kantoor te blijven houden.

Duijsens werkt voor 80% voor agrariërs. Hij doet veel pachtzaken, schadeclaims en bestuursrechtzaken (bouwvergunningen, milieuvergunningen, procedures over bestemmingsplannen). Hij is benieuwd naar de nieuwe Pachtwet en houdt ontwikkelingen op het gebied van de ruimtelijke ordening goed bij. Rond Gouda/Vlist is hij bekend wegens een schadeclaim die hij namens zo’n 100 agrariërs bij de Provincie Zuid-Holland deponeerde wegens overlast van muskusratten. Verder procedeerde hij namens bollenkwekers tegen de Gemeente Amsterdam, omdat die verantwoordelijk zou zijn voor daling van de grondwaterspiegel, wat kwekers schade berokkent. Echt onredelijk noemt hij de bepaling uit de Wet Milieubeheer op grond waarvan telers een teeltvrijezone moeten aanhouden langs oppervlaktewateren.